Na bijna 5 maanden in Maleisië, waarvan dik 2 in Kuala Lumpur, is het tijd om door te gaan naar het volgende land. We nemen afscheid van Kuala Lumpur, wat een beetje ons nieuwe thuis is geworden, en vertrekken naar Indonesië! Na 2 1/2 uur vliegen, op de klok maar 1 1/2 uur door het tijdsverschil, komen we aan in Jakarta. Onze chauffeur van het hotel staat al te wachten. Helaas is het al donker en het enige wat we zien is auto’s en heel veel scooters… Die zijn veel aanwezig in Jakarta.
De eerste ochtend in Jakarta
Als we wakker worden kijken we snel door het raam naar buiten. Niet heel veel bijzonders te zien. Het is wat bewolkt en verder zien we een oud gebouw en wat bomen. We gaan ontbijten en maken ons klaar om naar Batavia Stad te gaan, ook wel bekend als Jakarta Kota. Het is het oude hoofdstad van de Dutch East Indies in de 19de eeuw. Er zijn veel oude, Nederlandse, koloniale gebouwen te vinden.
Via internet hebben we een lokale gids gevonden, Agus. We spreken met hem af bij het Fatahilla-plein, wat vroeger de Grote Markt heette (ook in het Nederlands dus).
Agus Waluyo
We lopen het Fatahilla-plein op en waarschijnlijk vallen we op, want direct begint een mannetje te zwaaien. Het is Agus. Hij stelt zich voor en veronschuldigd zich direct, want hij voelt zich niet zo lekker en zal daarom wat minder vertellen dan normaal. We lopen naar het midden van het plein en hij begint zijn verhaal.
Het blijkt al snel dat hij heel veel weet. Hij begint enthausiast te vertellen over het verleden van dit plein. Hij vertelt ook dat we straks een stukje gaan lopen en we de “ophaalbrug”, “uitkijktoren” en de “oude haven” gaan bekijken. Het grappige is dat deze objecten gewoon in het Nederlands worden uitgesproken.
Een grimmig verleden
Het Fatahilla-plein is een plein met (Nederlandse) geschiedenis. Hoe meer Agus verteld, des te meer we door krijgen dat de Nederlanders in de 19de eeuw niet zo heel erg geliefd waren… En met een goede reden. Het Fatahilla-plein heeft een aantal oude Nederlandse gebouwen: Het Stadshuis, met gevangenis er onder, gerechtsgebouw, kerk en het huis van de gouveneur, nu een cafe. Vroeger, 19de eeuw, werden de Indonesische helden, soort Robin Hoods, gevangen genomen door de Nederlanders. Op het stadshuis stond een bel. Deze werd geluidt om de lokalen er op te wijzen dat de bezetter een held zou executeren. De bel zou weer luiden na de executie. Dit werd natuurlijk gedaan om angst te zaaien en de macht van de toenmalige Nederlanders te tonen. Zo zie je maar weer: Ook onze voorouders zijn geen lievertjes geweest.
Een kanon en een stukje spoor
We verlaten het plein en lopen achter Agus aan en we zien een kanon staan. Dit is van de Portugezen geweest en zijn, net als in Melaka in Maleisië, verdreven door de Nederlanders. De jaartallen en periodes komen overeen met die van Melaka. Dit is best heel bijzonder, want daar hebben we natuurlijk ook veel van de Portugese en Nederlandse VOC geschiedenis gezien.
We lopen weer verder en zien een glazen plaat met daaronder een stukje spoor. Vroeger heeft hier een spoorlijn gelopen. Van de oude haven, langs het Stadshuis tot aan de andere kant van Jakarta, wat vroeger natuurlijk een stukje kleiner was.
Oude gebouwen en een ophaalbrug
We volgen Agus weer en we krijgen een beetje door hoe je over moet steken in Indonesië: Hand opsteken en gewoon lopen. Dat doen wij maar liever niet.
Agus blijft staan en wijst naar een gebouw met daarop een heuse boom. De boom groeit op het gebouw. De wortels lopen langs de muren naar beneden de grond in. Heel bijzonder. We hebben wel planten gezien die zich nestelen in de muren, maar een complete boom nog niet. En de boom is zeker niet klein. Het gebouw zelf staat verder leeg. Verderop begeleid Agus ons een gebouw in. We komen uit op een soort binnenplaatje. Hier zitten een paar dames kip te wassen. Hier wonen dus mensen, maar ze schijnen Agus te kennen en kijken verder niet raar op. Ook hier zien we weer een enorme boom op een gebouw.
En we lopen weer verder. Mensen zijn hier veel aanwezig en groeten ons. En allemaal lachen ze vriendelijk. Degenen die een beetje Engels spreken zeggen “Hello”. Vaak gepaart met een enorme glimlach wat een bijna tandenloos gebit laat zien. Het zijn erg vriendelijke mensen.
We komen bij de Ophaalbrug. Het is zeker een brug die we in Nederland ook kennen en het zou er zo vandaan kunnen komen. Het enige verschil is is dat deze A) heel oud is en B) handmatig is. Hij ziet er zelfs nog wel goed uit voor een brug uit 1628. Veel water staat er niet meer in het kanaal en er varen zeker geen boten meer onder door.
Sloppenwijk
Agus vraagt of we de sloppenwijk willen zien. Toch wel nieuwsgierig zeggen we dat we die wel willen zien. Bij de ophaalbrug steken we over en lopen een stukje langs het oude kanaal. Hier zitten mensen bij elkaar. We steken een steeg in en we zien dat we er al zijn. Het is eigenlijk een donkere gang met aan beide kanten kleine hokjes. Sommige hokjes zijn nog kleiner dan onze vroegere badkamer.
Agus vertelt dat deze “huizen” gratis zijn voor de mensen die van het platteland komen om hier in Jakarta te werken. De meeste mensen verkopen straatvoedsel. We zien openbare toiletten die de mensen, tegen betaling, mogen gebruiken. Er zijn hier en daar kleine plaatsen om te koken waar ook de nodige potten staan te pruttelen met eten die men in de avond verkoopt.
Ook hier zijn de mensen weer vriendelijk en we worden van alle kanten begroet. Tijdens het lopen kunnen we een paar kleine hokjes in kijken. Hier liggen mensen gewoon op een zeiltje op de vloer naar TV te kijken. Verderop lopen we een trappetje omhoog en ineens staan we op het spoor. De huizen staan hier heel dicht op het spoort. Wat een herrie moet dat zijn. Maar waar ruimte is wordt gebouwd en direct benut.
Verderop gaan we weer tussen de huizen door. Ik zie een redelijk luxe huis. Agus wijst naar dat huis en zegt “House” en hij wijst naar een krot er links van: “Also house”. Een wereld van verschil. We verlaten de sloppenwijk. Dit zet je toch te denken: die mensen zijn al blij met een hokje van 1.5 meter bij 1.5 meter zonder bed. En wij maar klagen dat ons bed kraakt in het hotel.
Oude haven
We lopen een heel stuk langs voornamelijk textiel zaakjes. Mensen zitten buiten allerlei soorten textiel te verknippen en te naaien. Man, vrouw, oud en jong.
Uiteindelijk komen we bij een poortje van de haven. Voor 5000 IDR (ten tijde van schrijven ongeveer 0,35 Euro cent) mogen we naar binnen. We zien direct dat hier veel met de hand gedaan wordt. Mannen staan zware zakken van een vrachtwagen uit te laden en andere mannen brengen het op een boot. De boten zien er uit alsof ze ieder moment kunnen zinken, maar waarschijnlijk gaan ze nog lang mee.
Agus verteld dat dit vroeger de haven was waar de Nederlanders de specerijen kwamen ophalen (voornamelijk kaneel en peper) en die in 6 maanden tijd (!) terug brachten naar Nederland. Nu komen er alleen binnenlandse boten, want de haven is te klein voor de hedendaagse boten. Achter de oude haven ligt een nieuwe, internationale haven.
En weer terug
We lopen weer terug naar het Fatahilla-plein. Hier laat Agus nog zien waar vroeger de gevangenen zaten. Links voor het Stadshuis zaten de mannen en rechts de vrouwen.
En dan is het, na meer dan een uur rond te gelopen te hebben, tijd om afscheid te nemen van Agus. Hij heeft, ondanks dat hij zich niet lekker voelde, enorm veel verteld en wij hebben enorm veel geleerd. We zijn heel blij dat we hem hebben gevonden. Hij verteld nog even dat hij 2 uur buiten de stad woont (kost denk ik al een uur om de stad te verlaten) en dat hij hierna weer naar huis gaat om uit te zieken. Hij is dus ongeveer 4 tot 5 uur onderweg voor een 1 tot 1 1/2 uur rondleiding. Het geeft ons een beetje een schuldgevoel, maar hij had ook nee kunnen zeggen toen we hem een mailtje stuurden.
Batavia Cafe
We nemen afscheid van Agus en lopen naar het enige cafe op het plein, wat tevens het vroegere gouveneurs woning was. Het is nog altijd niet druk. We komen binnen en we raken direct een beetje in paniek: dit ziet er wel een beetje duur uit voor ons, iets met budgets enzo. Een Indonesische dame gaat ons voor. Een plekje bij het raam is helaas niet beschikbaar. We gaan zitten en bestuderen de kaart. Dan zien we poffertjes, bitter ballen en meer Nederlandse dingen op de kaart staan. Heel bijzonder dit. We bestellen, drinken en 2 maal poffertjes, en de ontzettend vriendelijk ober neemt de bestelling op.
Dan komt er een vrouw naar ons toe met de vraag of we het erg vinden om te verhuizen. Ze hebben de tafel nodig. Aangezien we nog niets hebben doen wij niet moeilijk. We worden naar een tafel bij het raam gebracht, zodat we over het plein kijken. Toch nog gelukt! De inrichting is heel mooi. Een beetje zoals we verwacht hadden: heel erg koloniaal. Mijn opa en oma hebben in Indonesië gewoond en mijn vader is er geboren (Tegal en woonde in Bandung). De geuren en houten kunstwerken doen mij denken aan oma, want die had thuis precies zo’n inrichting, in mijn gedachten dan. De geuren die hier hangen, hingen ook bij haar in huis. Heel bijzonder.
Het drinken is heerlijk cool. De poffertjes zijn net wat anders dan bij ons, maar wel erg lekker. Wij hebben altijd een dikke laag boter erbij, hier doen ze ijs. Poedersuiker is er wel gewoon bij aanwezig.
Uiteindelijk valt de prijs ook wel mee. 275.900 IDR (ten tijde van schrijven ongeveer 17,= Euro). Dus het valt wel mee. We stoeien even met het geld, want het is totaal anders dan in Maleisië en lopen weer naar de bus. Het is wel drukker op de weg en de warmte neemt ook toe. Eenmaal bij het hotel ploffen we op het bed en komen we even bij van ons eerste avontuur in Indonesië.
Conclusie
Voordat wij vertrokken naar Jakarta lazen we veel doem-verhalen over Jakarta: Te druk, vies, vervelend. Voornamelijk berichten dat je er zo snel mogelijk uit moest gaan. Natuurlijk hebben we maar 1 dag rondgelopen, maar wij hadden die indruk totaal niet. Ja, het is druk, maar dat kan Amsterdam ook zijn. Ja, er is meer herrie op de grote straat, maar dat is Azië. Mensen zijn er vriendelijk, behulpzaam en met het weinige Engels dat ze hebben proberen ze toch een praatje te maken.
Er is niet heel veel te doen in Jakarta, dat wel. Er is Batavia Stad, het monument, de grootste moskee van Indonesië, een katedraal en … daar houdt het wel mee op. Ook wij zeggen dat je niet te lang in Jakarta moet blijven, maar meer vanwege het feit dat er weinig te doen is.
Agus was echt een top gids. Heel veel informatie en het Engels is heel goed. Je kan hem alles vragen wat je wilt. Als je gebruik wilt maken van zijn services dan kan je hem bereiken via de e-mail: aguswaluyo1984@gmail.com (wij krijgen geen commissie o.i.d. als je meldt dat je hem via ons hebt gevonden).
ehm, ik maak een kort verslag over jakarta´s vroegere gebruiken, wat moet daar echt in?
Hoi Roos, leuk dat je een verslag over Jakarta maakt. Het is een prachtige stad met een duidelijke Nederlandse stempel. Over de gebruiken weten we helaas niet zo heel veel. SUcces met je verslag!