Het is even puzzelen wat we nu wel en niet gaan doen terwijl we in Sri Lanka zijn in verband met de super hoge toegangsprijzen. De volgende puzzel is dan hoe je daar in hemelsnaam komt. De informatie over openbaar vervoer is op internet moeilijk te vinden, zeker als het op de bussen aankomt. Waarschijnlijk wordt dit veroorzaakt door de mentaliteit dat een bus gewoon gaat als ‘ie vol is. We willen van Kandy naar Sigiriya en tussen deze twee plaatsen is in ieder geval geen treinverbinding. Er zijn openbare bussen zonder airconditioning en er schijnt één bus ’s ochtends vroeg te zijn die wel airconditioning heeft. Helaas is het niet meer mogelijk om kaartjes te krijgen voor de dag dat wij willen reizen. Blijft dus de openbare bus over.
Voor een appel en een ei naar Sigiriya
’s Ochtends vroeg vertrekken we naar het busstation in de hoop dat we met rondvragen op de juiste bus gezet worden. Gelukkig zijn de Sri Lankanen heel behulpzaam, zodra ze begrijpen waar we heen willen worden we in de juiste richting gewezen. We kunnen onze bagage gelukkig voorin bij de chauffeur kwijt. En we zijn niet de enige toeristen in deze bus, dat zorgt er toch voor dat we ons iets meer op ons gemak voelen. Als we helemaal vooraan gaan zitten komt de jongen die de kaartjes verkoopt naar ons toe met de vraag of we ergens anders willen gaan zitten, want deze plek is gevaarlijk. Dus verkassen we braaf naar een ander bankje aan de andere kant. De raampjes staan gelukkig open, want het zonnetje doet alweer lekker zijn best. Als we rijden komt de kaartjesverkoper langs. We betalen 260 roepies voor ons samen, nog geen € 2,00. En dat voor een rit van bijna drie uur.
De bus heeft moeite om Kandy uit te komen, het is zo ontzettend druk. En we komen er al snel achter waarom we niet vooraan mochten zitten. De buschauffeur heeft er een handje van om opeens vol op de rem te gaan staan. Nu kunnen we ons tegenhouden aan het bankje voor ons, anders waren we al drie keer door het raam gevlogen… Zodra we Kandy uit zijn gaat het tempo omhoog. De bus omzeilt alles en iedereen, ramt flink op zijn toeter en is duidelijk de baas op de weg. Het recht van de sterkste. Het beste wat je kunt doen is lekker naar buiten kijken aan de zijkant en je niet teveel bezig houden met de weg voor je.
Pidurangala Rock vs Lion’s Rock
De meeste mensen komen naar Sigiriya voor het beklimmen van de Lion’s Rock. Vanaf deze rots heb je een prachtig uitzicht over de omgeving. Ook is er een plateau waar je de poten van de leeuw nog kunt bewonderen, de rest van de leeuw heeft de tand des tijds helaas niet doorstaan. Verder zijn hier mooie muurschilderingen te zien en is er een spiegelwand. Helaas betaal je voor dit alles de absolute hoofdprijs, namelijk 4200 roepies per persoon, omgerekend al snel € 25,00. En omdat het zo populair is, zeker rond zonsopgang en zonsondergang, loop je het risico dat je in een rijtje moet klimmen en moet vechten om een plekje.
Naast de Lion’s Rock ligt echter Pidurangala Rock. Het is een beetje het ondergeschoven broertje van Sigiriya, maar het doet er zeker niet voor onder. Ook deze rots kun je beklimmen voor het prachtige uitzicht over de omgeving én de Lion’s Rock. Onderweg kom je nog een liggende Boeddha tegen en aan de voet van de rots is er een tempel die je kunt bezichtigen. Doordat deze rots minder bekend is heb je grote kans dat je in alle rust kunt klimmen en klauteren. Je hoeft niet te vechten om een mooi plekje als je boven bent aangekomen. En voor Pidurangala Rock betaal je slechts 500 roepies, omgerekend zo’n € 3,00.
Pidurangala Rock, here we come!
Vandaag gaan wij Pidurangala Rock beklimmen. Onze homestay zit op een kleine 3 kilometer van de rots, maar we kunnen fietsen huren. Waar we ons een beetje op verkeken hebben is dat het hier niet plat is, zoals we gewend zijn, maar dat de weg omhoog en omlaag gaat. En zonder versnellingen is dat best een pittig fietstochtje. We parkeren onze fietsen bij de tempel en puffen heel even uit. Er is hier inderdaad verder niemand te bekennen. We kopen de tickets en beginnen aan de klimtocht naar boven. Het is een pittige wandeling, want het gaat alleen maar omhoog over ongelijke trappen. Ondanks dat het nu nog geen 8 uur is zweten we ons het apelazarus. Je zal hier maar midden op de dag gaan klimmen. En dan loop je ook nog eens het hele stuk in de schaduw. In de bomen zien we hier en daar weer wat aapjes die met gemak van boom naar boom springen.
Bij de liggende Boeddha hebben we het eerste mooie uitzicht over de omgeving, zo ver als we kunnen kijken alleen maar groene bomen. Ongelooflijk! Hier houden de trappen ook op en moet je je weg zoeken over grote en kleine rotsen, oftewel het betere klim- en klauterwerk. Nu hebben we natuurlijk bij de watervallen in Thailand al even kunnen oefenen en dat komt hier wel van pas. Met grote stappen, hier even zitten, daar even vasthouden, en hier even omhoog gesjord worden komen we een heel eind. Op het laatste stukje worden we gecoacht door twee meiden die al bovenop de rots staan. Be prepared, als je voor deze rots kiest moet je wel echt aan de bak ;).
Brutale apen
We staan eindelijk bovenop de rots en genieten van het prachtige uitzicht op de Lion’s Rock. Als je goed kijkt kun je zelfs de mensen naar boven zien lopen. Voordat we verder lopen is het eerst tijd voor water en de banaantjes die we hebben meegenomen voor wat extra energie. Ineens zijn we omsingeld door aapjes, geen idee waar die zo snel vandaan komen. Tot nu toe hielden de apen altijd wel afstand, maar deze zijn uit op onze bananen. Eén van de apen grist zo een banaan uit Kenji zijn hand. Wat een brutale apen! We lopen maar snel verder en houden het maar bij een beetje water, die extra energie komt later wel.
De rots loopt nog een heel stuk door en we zijn hier nu echt helemaal alleen. Een geweldige ervaring. Overal waar je kijkt zie je vooral heel veel groen. Niks geen nieuwbouw en hoge flatgebouwen hier, maar puur natuur. We zien beneden wat tempeltjes en een groot Boeddha beeld. Als we uitgekeken zijn lopen we weer terug naar waar we kunnen afdalen. Ondertussen zijn er wel wat meer mensen op de rots en er komt ook net een groepje naar boven. Tijdens het afdalen komen we aardig wat mensen tegen en dus zijn we weer heel blij met onze beslissing om vroeg te beginnen. Als we weer helemaal beneden zijn rest ons slechts te fietstocht terug naar onze homestay. Maar onderweg gaan we lekker stoppen voor een sapje, dat hebben we wel verdiend!
Op familiebezoek
De familie van die onze homestay runt vraagt of we het leuk vinden om ’s avonds een korte tour door het dorp te maken. Daar zeggen we natuurlijk geen nee tegen. Alhoewel de regen weer met bakken uit de lucht komt stappen we met z’n zessen in de auto en gaan op pad. Ze laten ons een tempel zien, die we nog niet hadden gevonden op de kaart of in blogs over dit stadje. Helaas is de stroom uitgevallen en moeten we met behulp van zaklampen een weg zoeken over de modderige gronden. Hier willen we morgen bij daglicht nog wel even kijken.
We rijden weer een stukje verder en komen uit bij het ouderlijk huis van de vader van het gezin. Hier wonen zijn moeder en zijn zus met haar man. We krijgen een rondleiding door het huis en het is net alsof we terug zijn gegaan in de tijd. Heel sober, alleen het broodnodige is aanwezig. Zelfs de motor staat gewoon in woonkamer geparkeerd. Ze bieden ons een kopje thee aan die boven een open vuurtje wordt klaargemaakt. Heel bijzonder om dit mee te maken en te zien hoe de lokale bevolking echt leeft in Sri Lanka.
Kimbissa Temple
De volgende ochtend als het droog is neemt de vader van het gezin, samen met één van zijn dochters, ons weer mee terug naar de Sigiriya tempel. We betalen 200 roepies voor de toegang en doen weer netjes onze schoenen uit. Het blijft wennen, zo op blote voeten over zand en stenen lopen. De grote witte staande Boeddha is het meest opvallende in de complex. Hij is omringd door tientallen discipelen van Boeddha. Het maakt een heel kleurrijk geheel.
In één van de gebouwen er om heen is een Boeddha zichtbaar die omringd is door spiegels. De deur is afgesloten, maar de vader gaat even naar iemand op zoek, zodat we naar binnen kunnen. Onderaan de voet van het beeld ligt allemaal geld wat daar waarschijnlijk is achtergelaten als een offergave door lokale boeddhisten. De vader komt terug met een monnik en de deur wordt van slot gedaan. We proberen zo goed als het gaat een beetje informatie te krijgen, maar hun Engels is beperkt en onze kennis van het boeddhisme onvoldoende. Het is in ieder geval bijzonder om te zien. Als we uitgekeken zijn gaat de deur weer netjes op slot.
Onze tijd in Sigiriya zit er alweer op, we gaan door richting Dambulla en van daar uit reizen we verder naar Mihintale. Op naar een nieuw bus-avontuur.
Wij vonden Pidurangala ook echt tof! Dat eerste uitzicht bij die Boeddha… onbetaalbaar. Waren blij dat onze tuktuk-driver aanbood om mee naar boven te lopen en het laatste stuk te helpen om onze oudste dochter (toen 3) te helpen, want dat hadden we alleen met onze 2 kids niet gered denk ik. Maar dat uitzicht vanaf boven was de klim zeker waard.
Ik kan me voorstellen dat die paar extra handen erg handig waren voor die laatste klim. Wel knap hoor dat ze ook helemaal mee gegaan zijn naar boven! Het uitzicht is er één om nooit te vergeten 🙂
Pidurangala rock willen wij graag beklimmen! Ik lees over het laatste gedeelte dat je hier echt moet klimmen en klauteren. Is dit wel veilig/te doen ook de weg terug naar beneden?
Het laatste stuk klauter je echt over de rotsen. Het is prima te doen als je de tijd neemt en goed kijkt waar je geen kunt. En iedereen is behulpzaam, dus als het niet lukt kun je altijd even om hulp vragen :). Het is de moeite waard!