Hoewel Sigiriya en Dambulla erg dicht bij elkaar in de buurt liggen, kiezen we er toch voor om voor het volgende deel van onze reis Dambulla als uitgangspunt te nemen. Deze stad is wat groter en er komen hier veel meer bussen, wat het even iets makkelijker maakt. Om niet elke keer al onze spullen mee te moeten sjouwen gaan we van hier uit een dagtocht maken naar Mihintale. In Mihintale ligt de bakermat van het boeddhisme in Sri Lanka. Hier vond de ontmoeting plaats tussen de boeddhistische monnik Mahinda en koning Devanampiyatissa, waarna het boeddhisme is geïntroduceerd. Elk jaar wordt deze ontmoeting gevierd tijdens Poson Poya, waarbij duizenden pilgrims naar Mihintale komen. Meestal vindt dit feest in juni plaats, dus dit gaan wij niet meemaken.
We worden door één van de hotelmedewerkers per tuk-tuk afgezet bij de juiste bushalte, waar we maar weer gaan navragen welke bus we moeten hebben. Niet al te veel later stopt er een bus die langs Mihintale komt. Snel stappen we in en zoeken een plaats. Het blijft een ervaring op zich, de busritten hier in Sri Lanka. De bus is de koning op de weg en haalt alles en iedereen in. Het is dus direct een complete work-out, want je moet je stevig vasthouden om alle onverwachte bewegingen op te vangen en niet ineens met je neus tegen de stoel voor je te klappen. En dit alles onder het genot van een leuk Indiaas melodietje. Gelukkig duurt de busrit niet al te lang en voor we het weten worden we bij een benzinepomp (wat blijkbaar ook het ‘busstation’ schijnt te zijn) afgezet. Het is niet al te ver naar het tempelcomplex en dus kiezen we er voor om even de benen te strekken. Ergens halverwege worden we enthousiast begroet door een mannetje van het archeologische museum, maar we willen toch eerst de tempel zien, daar zijn we voor gekomen. Hij wijst ons de juiste kant op en na zo’n 5 minuten hebben we het gevonden.
Trappen, trappen en nog eens trappen
Nou ja, niet de tempel zelf, maar de waarschijnlijke ingang. Een hele lange trap naar boven. Er zit niks anders op dan maar te gaan lopen in de hoop dat er boven wat meer informatie te verkrijgen is. Halverwege komen we de eerste ‘stupa’ tegen, waar nog weinig van over is. Helemaal bovenaan aangekomen zien we gelukkig dat dit de plek is die we zochten. Snel lopen we door naar het hokje waar je kaartjes kan kopen. We betalen 500 roepies per persoon (ongeveer € 3,00). Er staat een jongen bij die vindt dat we wel een gids kunnen gebruiken, omdat we met de bus zijn gekomen. Hij wil er slechts € 10,00 voor hebben. Nou, dat doen we dus maar mooi even niet. We kunnen prima op eigen gelegenheid rondlopen en de dingen bekijken.
We laten de jongen achter en lopen verder richting het complex. Maar ook hier treffen we eerst weer een trap aan naar boven. Als we bovenaan deze trap zijn moeten we onze schoenen uitdoen. Op internet had ik dat al gelezen en op aanraden van die persoon hebben we allebei een extra dik paar sokken meegenomen. Dus de schoenen gaan uit en de sokken gaan aan. Het hele complex ligt namelijk vol in de zon en de aarde en stenen (voornamelijk lava) worden dan echt heel erg warm. Zonder sokken spring je van schaduw naar schaduw en nu kunnen we wat relaxter rondlopen. Voor de zekerheid hebben we nog wel even gevraagd of dit een probleem was, maar schoenen mag niet, sokken mag wel. Rest ons nog één trap en dan zijn we er eindelijk.
Je kunt binnen het complex een aantal verschillende dingen bekijken. De meeste daarvan zie je direct als je binnenloopt, want ze liggen allemaal hoger dan de rest van het complex. Een grote witte stupa, een grote witte boeddha en een hele grote rots. Die allemaal te bereiken zijn, je raadt het al, via nog meer trappen. Verder vind je op de ‘begane grond’ een hele grote oude boom die als altaar fungeert, een kleinere witte stupa omringt door pilaren en een aantal gebouwtjes waar ook een aantal altaren staan. Tussen dit alles door zie je echt overal aapjes, groot en klein, die hier ook een plekje hebben. Later spotten we ook nog wat jonge katjes en wat honden. Naast de toeristen lopen hier ook veel lokale mensen rondt die komen om een offer te brengen.
Maha Saya Stupa
We gaan eerst de stupa maar eens even van dichtbij bewonderen. Op weg naar boven zit een man heel rustig in de schaduw wat te eten en ondertussen voert hij een eekhoorntje, wat heel schattig naast hem zit te eten. Eenmaal boven puffen we eerst even uit in de schaduw, want het is ondertussen alweer aardig warm. Dan horen we opeens trommelgeluiden. Even om de hoek staan een drietal mannen muziek te maken bij een altaar. Als ze klaar zijn lopen ze met een dienblad vol met potjes naar beneden. Ze zijn nog niet weg of er zitten allerlei aapjes bij het altaar, maar helaas, er valt deze keer niks lekkers te halen. Vanuit een gebouwtje naast de stupa roept een man dat we daar doorheen kunnen lopen voor een mooi uitzicht aan de andere kant. Zo gezegd, zo gedaan. Je hebt hier inderdaad een prachtig uitzicht over de omgeving en over het hele complex.
Processie en offergaven
Hoog tijd om onze voetjes te verkoelen en dus gaan we weer terug naar de ‘begane grond’. We horen nog steeds het getrommel van de mannen die we boven hebben gezien. Ze zijn net bij de boom geweest en lopen nu richting de kleine stupa. Bij de boom hebben ze blijkbaar wel iets van eten achtergelaten, want we zien een aantal aapjes wegschieten met de buit. De boom is versiert met boeddhistische vlaggen en naast de boom staat een rek met oliebranders, vergelijkbaar met degene die we bij de Temple of the Sacred Tooth hebben gezien. We zoeken een plekje in de schaduw en gaan even zitten, drinken wat en kijken naar de spelende aapjes.
Als we weer wat energie hebben lopen we via de kleine witte stupa naar twee kleinere gebouwen achterin het complex. Beide zijn altaren waar de lokale bevolking gebruik van kan maken. Het eerste altaar doet ons denken aan de gouden kist waar de tand van Boeddha in wordt bewaard. Alleen is deze veel meer versiert met allerlei sieraden. Op de schaaltjes eromheen zien we ringen, oorbellen en munten, allemaal van goud. Wel opvallend trouwens, want is dit gebouwtje hangt een airconditioning. Hij staat weliswaar niet aan, maar de afstandsbediening ligt er. Voor wie die er precies hangt is dan even de vraag, want de lokale bevolking kan er over het algemeen wel zonder. Het andere gebouwtje is veel meer ingetogen. Hier staan heel veel Boeddhabeeldjes, sommige nog in de verpakking. We denken aan het verhaal wat we hebben gehoord tijdens de fietstocht in Bangkok, dat als er iets verkeerd gaat in je leven men naar de tempel gaat met een Boeddhabeeld. Dit helpt om het ongeluk te herstellen. Of dat hier ook van toepassing is weten we niet zeker, want alle uitlegborden zijn in het Sri Lankaans.
De witte boeddha
We lopen richting de witte boeddha en zien net twee andere toeristen die naar boven gaan. Ze hebben allebei geen sokken aan en ze rennen dan ook zo snel mogelijk naar boven. Zijn wij even blij met onze sokken. Op ons gemakje lopen we er achteraan. De boeddha is heel mooi, maar lang zo groot niet als de boeddha die we in Pai hebben gezien. Wel heb je hier weer een mooi uitzicht op de rots en de stupa. We blijven niet al te lang boven, want er is bijna geen schaduw en zelfs met sokken aan is het warm aan de voetjes.
We lopen nog even langs de rots die je ook kunt beklimmen. Maar met alle trappen die we al achter de rug hebben en de afdaling die we nog moeten doen laten we de rots voor wat het is. We hebben van zowel de stupa als de boeddha een mooi uitzicht gehad over de omgeving en daar doen we het mee. We halen onze schoenen weer op en doen ze met veel plezier weer aan. Hoe doen die Sri Lankanen dat toch, de hele dag op blote voeten rondlopen? Op weg naar beneden komen we allemaal mensen tegen die omhoog lopen met 2 of 3 bakstenen. De oude vrouwtjes dragen ze gewoon op hun hoofd, zonder vast te houden. Waar we de kaartjes hebben gekocht zien we nu ineens een hele stapel van die stenen liggen. En de schoolklas die net is aangekomen neemt net als de mensen die we eerder tegenkwamen twee of drie bakstenen mee. Jammer dat we niet weten wat dit betekend of waar het voor is.
Entertainment tijdens de busrit
We lopen weer terug naar het punt waar we door de bus afgezet zijn. Daar begint weer ons vraagspelletjes, waar is de bus terug naar Dambulla. Gelukkig is er een vrouwtje die het weet en ze stuurt ons naar de andere kant van de weg. Net als we daar zijn komt de bus aanrijden. Hij zit al aardig vol en we vinden nog net twee plekjes achter elkaar op het einde van het bankje. Deze keer hebben we gewoon serieus entertainment aan boord, er draait een hele foute Bollywood film met het geluid lekker hard. Als de vrouwelijke hoofdrolspeelster die de hele tijd al een onverstaanbare taal spreekt ineens in perfect Engels begint te zingen is het plaatje compleet. We zijn blij als we bekende gebouwen zien en eindelijk weer terug zijn in Dambulla.
Mihintale, zeker een bezoek waard als je in Sri Lanka bent. Maar vergeet niet om goede dikke sokken mee te nemen, zodat je op je gemak rond kunt lopen!