Na een dag Kota Bharu verkend te hebben rijden we verder naar Kuala Besut. Dit is dé plek om een ferry naar de Perhentian eilanden te pakken. Helaas waren we te laat met het boeken van een accommodatie en daarom blijven we op het vaste land. We hebben een prachtig ‘Beach Resort’ gevonden wat bij aankomst praktisch verlaten lijkt. Onze hotelkamer lijkt meer op een appartement, zo groot is het! Er staat zowaar een heus bureau en daarnaast hebben we gewoon een sofa tot onze beschikking. Het resort zelf heeft een zwembad en we zitten vlak bij het strand. Hier gaan we ons wel vermaken!
De ramadan is begonnen
Vandaag is de start van de ramadan en laten we ons nou net in het meest conservatieve en islamitische deel van Maleisië bevinden. Hier hebben we niet bij stil gestaan bij het plannen van onze rondreis door Maleisië. Als we ’s avonds naar beneden gaan om iets te eten kunnen we pas om 8 uur terecht, nadat de festiviteiten voor de ramadan zijn afgelopen. We hebben geen zin om te wachten en nemen de gok om door te rijden naar het stadje zelf. Maar daar wacht ons hetzelfde lot, er is bijna niks open. Uiteindelijk belanden we bij een klein eettentje aan de rand van het water waar ook de ferry naar de Perhentian eilanden vertrekt. Dit wordt dus wel een aandachtspunt de komende dagen.
Snorkelen rondom de Perhentian eilanden
Omdat we toch een indruk willen krijgen van de Perhentian eilanden gaan we op zoek naar een dagtrip. In Kuala Besut zitten verschillende reisbureautjes die snorkeltrips aanbieden. Je gaat dan met een bootje vanaf Kuala Besut naar een aantal verschillende plekken rondom de eilanden om te snorkelen. We hebben goede herinneringen aan onze snorkeltrip in Koh Mak met BbDivers en dus boeken we een trip voor de volgende dag.
We zijn op tijd aanwezig om nog even goede flippers uit te kunnen kiezen. Veel aanbod heeft het reisbureau niet, maar gelukkig zit er iets tussen wat we passen. De snorkels en maskers zitten inbegrepen bij de prijs en er gaat ook een hele lading water mee. Met z’n vieren plus de duikinstructeur lopen we naar de pier. Hier moeten we nog een kleine bijdrage betalen voor de toegang tot het marine park. We gaan aan boord van ons onderkomen voor de dag. Vanuit hier is het ruim een half uur varen naar de eerste stop. De zee is onstuimig en de golven zijn hoog, dus we klappen aardig hard op het water. Comfortabel is anders en dan is zo’n reddingsvest toch ineens een heel fijn stootkussen.
Je hebt snorkelen en snorkelen
Als we aankomen bij de Perhentian eilanden pikken we nog een een groep Chinezen op en dan gaan we verder naar de eerste plek om te snorkelen. Zodra de boot stil ligt zien we al heel veel vissen en koraal, het water is mooi helder. We maken ons klaar om het water in te gaan. We zijn de enige van de groep die niet met een reddingsvest het water in gaan en onze instructeur is lichtelijk verbaasd. Dit is echt een Chinese vorm van snorkelen, die we in Koh Mak ook veel hebben gezien. Je trekt een reddingsvest aan, gaat in het water liggen en houd jezelf vast aan een boei die de instructeur voorttrekt. Nee, dan gaan we toch liever op eigen gelegenheid rondzwemmen. We hebben niet voor niets een stel flippers meegenomen.
De onderwaterwereld hier is prachtig, we zien zoveel verschillende soorten koraal. Daartussendoor zwemmen allerlei tropische vissen, groot en klein. We gaan op zoek naar Nemo, want die hebben we in Thailand niet gevonden. En warempel; we hebben deze keer geluk! Een hele Nemo-familie 😀 Ze verstoppen zich steeds tussen het koraal, dus we moeten echt even goed het water induiken. Ook zwemmen er weer hele scholen vissen om ons heen. Na zo’n drie kwartier varen we verder naar de volgende locatie, wat maar goed is ook. Er zijn ondertussen namelijk heel wat bootjes bijgekomen.
Babyhaaien en zeeschildpadden
Op de volgende plek gaan we op zoek naar kleine haaien, iets wat vooral Kenji erg blij van wordt. We duiken het water weer in en gaan op zoek. We zien weer veel koraal en kleine vissen, maar de haaien zijn in geen velden of wegen te bekennen. Ik denk er één te zien en zwem vlug naar Kenji om hem op te halen. Het is wel een hele grote vis, maar geen haai. Toch bijzonder dat je zo dicht in de buurt kan komen van dit soort vissen. Onze instructeur heeft ook geen geluk met zijn groep en dus gaan we verder naar een klein strandje. Hier blijven we wat langer, zodat je ook even lekker van de zon kan genieten die ondertussen achter de wolken vandaan is gekropen. We doen nog een poging om de haaien op te sporen, maar ook hier hebben we helaas geen geluk. Dan genieten we maar gewoon van al het andere moois wat hier onder water te zien is.
Na de stop gaan we in de boot op zoek naar zeeschildpadden. We varen heel langzaam tussen de eilanden door. Af en toe is er iets te zien, maar tegen de tijd dat je kijkt is er niks meer dan een grote blub die niet op een zeeschildpad lijkt. We gaan naar een andere locatie en daar hebben we meer geluk. Op het moment dat de boot stil gaat liggen komt er net een zeeschildpad naar boven voor een hap lucht! En dat op nog geen meter afstand van de boot. Snel gaan Kenji en Bob het water in om de schildpadden van dichtbij te bewonderen. De schildpadden hebben nogal de neiging om helemaal op de bodem te zwemmen, maar met een snorkel en duikbril is dat natuurlijk geen probleem. Het is een leuke afsluiting van deze snorkeltrip.
Gelukkig is de zee wat gekalmeerd en de tocht terug naar het vaste land gaat met iets minder klappen gepaard. Het was een leuke en vermoeiende dag. Als we terugkomen gaan we lekker douchen en bijkomen van dit avontuur!