Na mijn avontuur van het duiken gaan we weer lekker samen op pad. We huren een scooter bij het resort en maken een route door het noorden van Bali. We willen niet te ver van Amed afwijken. We willen stoppen bij het waterpaleis, Tirta Gangga, en naar de Lempuyang tempel. We trekken er een dag voor uit en we vertrekken om 08:00 vanuit Amed.
Een nieuwe scooter en tanken op Bali
Zoals bij elke scooter die je huurt, huur je onder de voorwaarde full-to-full. Alleen zijn ze nooit “full” als je ze krijgt (we hebben na de eerste keer ook nooit meer een volle scooter afgeleverd). Dus eerst tanken. Dit gaat via een zeer oud pomp systeem, wat we overal op Bali al zagen. Een Shell of BP zul je hier ook niet snel zien. De prijs? 10.000 IDR per liter. Er gaan twee in de tank en dat is omgerekend € 1,40 (ten tijde van schrijven). We gaan snel weer verder en komen direct in het drukke verkeer. Er zijn maar weinig wegen en we moeten ook gedwongen de hoofdweg nemen. Gelukkig is het een scooter en kunnen we overal makkelijk(er) voorbij.
Onderweg komen we nog een uitzichtspunt tegen waar we kunnen genieten van het mooie uitzicht over een vallei met rijstvelden, bergen en meer natuur. Ondertussen haalt al het verkeer, wat we net hebben ingehaald, ons weer in.
Het is gelukkig niet ver en al snel zie ik de parkeerplaats. Voor 2.000 IDR (€ 0,15 ten tijde van schrijven) mogen we de scooter parkeren. Voor dit geld letten ze op je scooter en halen ze hem ook weer naar voren als hij is ingebouwd. De entree voor het waterpaleis is wel wat duurder: 30.000 IDR (€ 2.25 ten tijde van schrijven) per persoon.
Titra Gangga
Het waterpaleis is in verdeeld in verschillende delen: Vijvers, zwembaden, gebedsplaatsen en ontspanning. Bij binnenkomst zie je als eerst de vijvers. Het zijn enorme vijvers met beelden er in en enorme vissen. De vijver kun je oversteken via de stenen die in het water liggen. Op deze manier kun je ook de vissen goed zien.
Het paleis is erg groot en overal waar je loopt zie je de fontijn in het midden.
We lopen door naar achteren en komen bij het publiekelijke deel uit. Hier kunnen de lokalen zwemmen. Toeristen ook, maar dan tegen betaling. Je ziet hier dus eigenlijk alleen lokalen die komen afkoelen. Het is ook een afgesloten gedeelte en je kunt er dus niet zomaar komen.
Achter de zwembaden is een gedeelte voor gebed, lijkt het. Een rond plateau met er omheen verschillende beelden van mensen en demonen. We lopen via de rechterkant terug en komen bij nog een tempel, die afgesloten is.
Na deze tempel zien we een restaurantje waar we even gaan zitten om af te koelen met een ijskoffie. Het restaurant hoort bij een hotel, wat in het paleis is gevestigd, en heeft een mooi uitzicht over de vijvers en de zwembaden.
Hier nog een paar impressies.
Na de koffie is het tijd om het waterpaleis te verlaten en verder te gaan met onze scooter. De volgende stop is de Lempuyang tempel.
Een stukje rijden
Op zich zijn de wegen best wel goed, met hier en daar een gat. Onderweg naar de tempel komen we door rijstvelden, authentieke dorpjes en bossen. Het is heerlijk om hier te rijden; er is hier weinig verkeer.
Google Maps brengt ons naar de tempel, tenminste… dat denken we. Als Google zegt dat we er zijn staat er bordje dat we verder moeten rijden. Dus, als brave toeristen, doen we dat natuurlijk.
Na bergje op en bergje af komen we op een plek waar enorm veel auto’s staan; volgens mij zijn we er. De scooter wordt geparkeerd voor ons en we worden verwezen naar een loket voor de entree.
Toeristje pesten
Bij het loket staat dat de toegangsprijs een donatie is. Dit betekend dat je mag geven wat je wilt. Natuurlijk weten we inmiddels dat ze alleen de hoge bedragen noteren, of dat ze zelf bedragen opschrijven om te laten zien hoe gul anderen zijn, of hoe gierig je zelf bent. Maar wat ik wel vreemd vind is dat ik een donatie aan iets moet geven wat ik nog helemaal niet heb gezien. Het is alsof je een fooi geeft aan een ober die nog niet eens aan je tafel is geweest.
Daarnaast moeten we verplicht een sarong om. Nou hebben wij totaal geen problemen met het aanpassen en naleven van de plaatselijke gebruiken, maar de “huur” kost wel 20.000 IDR (€ 1,50 ten tijde van schrijven) per persoon. Dan komt er ook nog eens bij kijken dat Rieneke een sarong bij zich heeft, maar die is, wonderbaarlijk genoeg, niet goed genoeg. Dus, resumé, betalen we 40.000 IDR (€3,00 ten tijde van schrijven) voor een doek en een donatie van, even kijken in het boek, 40.000 IDR (€3,00 ten tijde van schrijven) voor iets wat we helemaal nog niet gezien hebben. Voelt toch een beetje raar. Helaas hebben ze in dit deel van Bali ook door hoe ze kunnen verdienen aan de toeristen.
De Lempuyang tempel
Na het neerleggen van de benodigde briefjes geld, wordt er een korte uitleg gegeven over het hoe en wat. Er zijn verschillende tempels en de bekendste is de eerste. De eerste twee tempels zijn makkelijk te belopen en beklimmen, maar daarna wordt het lastig(er). Op internet had ik al gelezen dat de meeste mensen na de tweede afhaken. Ook worden er wat huisregels vertelt en daar gaan we, op naar de eerste tempel.
Onderweg naar boven komen we wat officiële gebouwen tegen die mooi versiert zijn. Helaas zijn ze ook bezig met restauraties, dus lopen we snel door. En dan zien we de bekende poort van de Lempuyang Tempel. We lopen naar boven en zien tot onze verbazing een paar lokalen in een korte broek en strakke spijkerbroek lopen. Terwijl beneden verteld werd dat een sarong verplicht is. Misschien moeten ze even communiceren dat er toeristen aankomen en dat de lokalen even weg moeten blijven, dan valt het niet zo op. Ook eenmaal boven zien we wat toeristen lopen met shirtjes die het best te beschrijven zijn als oversized bh’s. Een local in normale kleren maant het meisje zich te bedekken… Serieus?
Efin… Rieneke heeft het een beetje gehad met deze touristtrap, wat ik heel goed begrijp, en ik loop omhoog. Het uitzicht is prachtig. Je kan heel ver kijken en alles lijkt heel klein. Alsof je op het hoogste puntje van de aarde staat. Hier voel je je koning te rijk. Achterin zit een groepje lokalen te bidden en een toeriste er achter die probeert selfies te maken met haar en de groep… Toeristen (…).
Ik loop weer naar beneden en zie Rieneke zitten wachten. We besluiten om te genieten van het echte Bali en niet naar een andere tempel te gaan. We hebben mooiere tempels gezien in Sri Lanka [1] en Thailand [1] [2] [3].
Hobbel weg, hobbel weg, gat in de weg
We halen de scooter op, die netjes voor ons uit de hoop scooters wordt getrokken en vluchten bijna naar beneden, riching de zee. Op de heenweg zijn we door het binnenland gegaan en we willen terug langs de kust. De weg brengt ons door pitoreske dorpjes met authentieke tempels en huizen. Bossen en rijstvelden. Drukte en rust. Het is een heerlijke rit. Alleen de weg is… slecht. We hobbelen en soms vliegen we door de bochten. De scooter heeft het ook moeilijk met de stijle afdalingen en het klimmen. Na 4 keer verkeerd rijden (gebruik hier geen Maps.Me) raakt onze navigatie de complete GPS kwijt. We rijden op de gok verder. Toch maar even op de kaart kijken. Een lokale komt uit zijn huis en helpt ons door te vertellen dat we niet verder kunnen, want de weg houdt op na een tijdje. Hij vertelt hoe we bij de kust kunnen komen, nadat hij ons uitnodigd heeft voor een kop koffie die we beleeft afslaan. We moeten een heel stuk terug, maar uiteindelijk zien we de kustlijn. Deze weg is ook niet veel beter. Het uitzicht is wel heel mooi, maar we kunnen daar meer van genieten als we niet zo hobbelen.
Na 4 keer zo lang als dat de navigatie aangeeft komen we bij een Italiaans restaurantje aan. We hadden deze al eerder gezien, maar we konden het niet vinden. Logisch, want het zit erg ver buiten Amed. Na een heerlijke, stevige lunch zetten we onze barre toch voort.
Ze zijn onderweg ook lekker met de weg bezig, dus 45 minuten later rijden we onder het stof de parkeerplaats van ons resort binnen.
Conclusie
Met de scooter een stukje rijden op noord Bali is leuk, maar kies wel de goeie weg. Het waterpaleis is zeker de moeite waard, maar ga wel vroeg. De Lempuyang is leuk om te zien, maar als je in Thailand bent geweest is het niet echt hoogste nood om te zien.
Maar laat je niet tegenhouden: Ga lekker een stukje rijden en geniet van de omgeving. Het is een uniek stukje land, zoiets hebben wij nog nooit gezien en we zijn al een tijdje aan het reizen.